#fietsplan

Een fietsplan voor Genk. Veilig, snel en plezierig fietsen in Genk.

 

Gemotoriseerde mobiliteit is vandaag een probleem: we staan meer stil dan we bewegen. Veel afstanden in Genk zijn evenwel goed haalbaar voor fietsers. De fiets is niet voor niets het meest democratische vervoermiddel: beschikbaar voor vrijwel iedereen, goedkoop, snel en je kan tot pal bij je bestemming komen. Bovendien is het schoon en gezond. Steeds meer mensen willen er dan ook gebruik van maken.

 

Maar er zijn ook nieuwe ontwikkelingen: steeds meer snelle, elektrische fietsen en bovendien meer recreatieve fietsers. Hoogwaardige fietsroutes zijn bijgevolg absoluut nodig, vrij liggend van het overige verkeer en geschikt voor snelle fietsers zowel als voor ouderen en andere kwetsbare groepen.

 

Daarom wil N-VA dat Genk zich nog meer inzet voor zachte mobiliteit en voor het promoten van een nieuwe mentaliteit, niet in het minst omdat onze kinderen dan veilig te voet of met de fiets naar school kunnen en velen onder ons naar het werk. Wij kiezen dan ook voor:

 

A. structurele aanpassingen:

 

- een robuust, snel, comfortabel en fijnmazig netwerk van geasfalteerde fietspaden, fietsstraten en/of fietsroutes, dat rekening houdt met de toenemende aantallen en met fietsers met verschillende vaardigheden, e-bikes, bijzondere / buitenmodel fietsen als bakfietsen, fietsen met aanhangers, driewielers, mountainbikes etc. Deze fietspaden blijven zoveel mogelijk vrij van het gemotoriseerde verkeer.

 

- fietscorridors op trajecten met veel fietsverkeer of waar dat aangewezen is, vooral voor dagelijks woon-school- en woon-werkverkeer maar ook ter verbinding van drukke plaatsen of belangrijke attractiepolen. We denken bv. aan zo’n fietscorridor in de omgeving van het ZOL of van de periferie naar de Collegelaan. Zo’n fietscorridors moeten grote fietsstromen kunnen opvangen.

 

- fietsstraten waar de fiets voorrang heeft, in de buurt van scholen, bedrijven en openbare voorzieningen. Ook dit moedigt fietsen aan en vermindert het autoverkeer.

 

- schoolstraten met ‘stapspots’: straten die tijdens begin- en einduren van de school zijn afgesloten voor gemotoriseerd verkeer; ouders zetten de kinderen af op een plek (stapspot) van waar ze (eventueel onder begeleiding) naar school kunnen stappen. Zo wordt een schoolomgeving gezond, veilig en kindvriendelijk door vergroening en de kans tot sociaal contact, bewegen onze kinderen weer wat meer en slibt de schoolomgeving niet dicht door verkeersdrukte. Voorbeelden van stapspots zijn: een plein, de parking van grootwarenhuis, sporthal, kerk ... op wandelafstand van scholen.

 

- ruimte voor pedelecs: e-bikes die 45 km/u rijden zijn een nieuw verschijnsel en onze fietsinfrastructuur is er nog niet klaar voor, niet in het minst wegens de kans op conflicten met de trage fiets en voetganger. Maar ook zij verdienen een vlot verbindend netwerk tot in de wijken en het centrum van Genk omdat ze een ernstig alternatief bieden voor gemotoriseerd woon-werk-verkeer.

 

- vierkant groen: alle fietsers en voetgangers krijgen bij de verkeerslichten tegelijk groen, het gemotoriseerd verkeer wacht. Zo vermijden we risicocontact tussen zwakke weggebruikers en gemotoriseerd verkeer (o.m. dodehoekongevallen). Fietsers kunnen meteen twee takken van een kruispunt oversteken, kunnen vlugger vooruit en hinderen de wagens daardoor minder.

 

-  herinrichting van rotondes met een vrij liggend fietspad in bypass. Rotondes zijn immers al te vaak nog black-spots voor fietsers.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

B. aanpassingen die het ‘comfort’ vergroten:

 

- goede verlichting bij al deze infrastructuur, met het oog op veiligheid en sociale controle; in het bijzonder in parken, langs jaagpaden en in beboste omgeving.

 

- goed onderhoud en snel herstel van de fietspaden, niet te vergeten het voorkomen van gladheid, tijdig snoeien van takken, verwijderen van overbodige paaltjes naast fietspaden; bewoners zouden gesensibiliseerd moeten worden om geen keien of paaltjes op de publieke ruimte te plaatsen in de omgeving van fiets- en voetpaden.

 

- meer fietsparkeervoorzieningen met fietskluizen (voor helm of fietstas) in en rondom het centrum. Fietsen vragen ook om betere (overdekte) stallingen, waar velgen recht blijven staan en lakschade vermeden wordt. Wij zijn voorstander van normen hiervoor bij publieke en grotere particuliere bouwprojecten.

 

- mobiele, veilige en comfortabele stallingen op marktdagen, bij evenementen in en buiten het centrum.

 

- oplaadpunten voor elektrische fietsen.

 

C. bevorderen van een ‘zachte-mobiliteit-mentaliteit’

 

- opleidingen in “Fietsen in de stad”, georganiseerd door de stad, met tips en oefeningen om te manoeuvreren in druk verkeer. Maar ook toegankelijke fietslessen om volwassenen te leren fietsen. Belangrijk voor ouderen met elektrische fiets en voor nieuwkomers.

 

- een fietshelm voor kinderen is een noodzaak. Professionele renners dragen de helm verplicht, zelden zie je nog iemand zonder helm op een racefiets maar Genkse kinderen zonder fietshelm zie je overal. Ouders die voor hun kind een fietshelm aankopen wanneer het 6 jaar wordt, krijgen een subsidie van 25 euro.

 

- fietsdiefstal moet zowel preventief als repressief aangepakt.

 

- bij stadsvernieuwing, evenementen en wegenwerken krijgt de fietser de nodige aandacht door fietsvriendelijke signalisatie en een veilig alternatief fietstraject

 

- fiets-delen koppelen aan netwerken. Door de deelfiets te koppelen aan het aanbod van het openbaar vervoer kunnen we beter garanderen dat er deelfietsen beschikbaar zijn en de overstap tussen deelfiets en openbaar optimaliseren. Door een aanbod van deelfietsen, fietsparkeervoorzieningen, deelwagens, reisinformatie en verkooppunten kunnen bushaltes en stations afhankelijk van de schaal uitgroeien tot knooppunten of herkenbare Mobipunten.

 

Dit alles maakt deel uit van ons innovatief mobiliteitsplan.